Deze Koning...

... Wij willen niet dat deze man koning over ons zal zijn

Deze Koning…

Wij willen niet dat deze man koning over ons zal zijn.

(Lukas 19:14b)

Goed gezien: in de titel staat een K en in de tekst een k.

Het is een gelijkenis van Jezus en dan moet je niet zomaar alles één op één overzetten.

In de boodschap van de delegatie naar Rome gaat het ook niet over Jezus.

Zij bedoelen Archelaüs, een zoon van Herodes de Grote; hij zou koning moeten worden over Samaria, Judea en Idumea. Als de keizer in Rome het ook goed vindt...

Nou, hij wel, maar de mensen in die regio helemaal niet! Toch kwam Archelaüs als vorst terug. Van de keizer mocht hij zich geen koning noemen. Maar dat maakte niets uit.

Terug uit Rome liet hij zijn tegenstanders vermoorden…

Logisch dat men zo’n koning niet zag zitten.

Jezus verwijst indirect naar dat voorval uit de recente, Joodse geschiedenis.

Oudere hoorders zullen de hint begrepen hebben.

Maar…, zet Jezus daarmee Zichzelf op één lijn met deze ‘koning’? Wil Hij ook dat Zijn vijanden gedood worden (v. 27)? ‘Is dát mijn Koning…?’

Nou, deze Koning is anders dan je denkt.

Ook dan men toen dacht; daarom deze gelijkenis (11).

Deze Koning is vastbesloten op weg naar Jeruzalem, maar dan anders.

Lukas trekt (vanaf 9:51) een duidelijke lijn. Die van lijden sterven en opstaan. En trekt hem door tot Jezus’ hemelvaart.

En het Koninkrijk in alle glorie komt pas als Hij – voor iedereen herkenbaar – als Koning terugkomt.

Net als in de gelijkenis…

Bijna…; want Hij is het echt!

En daarom is Hij anders dan Archelaüs. Zoals gelijkenissen altijd op een cruciaal moment een draai maken.

En daar draait het om!

Want Hij geeft verantwoordelijkheid aan Zijn 10 knechten.

Tussen hemelvaart en wederkomst geeft de Here Jezus ons onderwijs; net als toen, op weg naar Jeruzalem. Dat Hij dat voor ons doet.

Hij geeft ons Zijn belofte dat Hij terug zal komen. Kijk je er naar uit…?

Dat hangt ook af van hoe je hier en nu omgaat met alle gaven die Hij je toevertrouwt; ook met de gave van de Heilige Geest.

Daar vraagt Hij naar als Hij terugkomt…

Dan hebben de eerste twee het niet over eigen prestaties. Het geld van hun heer heeft zelf veel opgebracht. Kort en goed: het gaat om Gods werk in je leven. Dat vraagt van ons de verantwoording om je over te geven en geduld te leren.

En die derde? Die heeft het maar over ik heb en ik ben… Hij doet helemaal niets voor zijn heer. Daarom houdt hij ook niets over. Over en uit…

En bij deze Koning? Hij kent geen ‘artikel 5’. Hij is niet van ‘door de vingers zien’ en ‘laat maar zitten’. Hij is eerlijk.

En eerlijk gezegd: als Hij in je leven echt geen plek heeft, waarom zou je dan op de nieuwe aarde eeuwig bij Hem willen zijn…?

Met hun leven gaven 1, 2 en 3 antwoord.

En die andere 7…? Dat zijn de hoorders van toen en wij als lezers vandaag.

We lezen het Evangelie van kruis, opstanding en hemelvaart. Dat zegt ons hopelijk genoeg!

WGT