Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.
Kies een gedeelte binnen de website. u bevindt zich nu hier:
... Lang geleden ontmoette Filippus de kamerling uit Ethiopië op de weg naar Gaza.
Lang geleden ontmoette Filippus de kamerling uit Ethiopië op de weg naar Gaza. Hij had duizenden(!) kilometers gereisd om in Jeruzalem te bidden. Op de terugweg las hij hardop, dat was toen de gewoonte, zodat Filippus wist dat het Jesaja 53 was, over Hem die als een schaap ter slachting werd geleid. “Begrijpt u ook wat u leest?” was zijn vraag. De kamerling antwoordde: “Hoe zou ik dat kunnen, als niemand mij de weg wijst?” (Handelingen 8:30-31).
Naast mijn werk als ambulant-predikant, momenteel voor drie dagdelen verbonden aan de Sionskerk, ben ik ook docent Godsdienst. Elke lesweek zie ik bijna driehonderd jongeren in de leeftijd van dertien tot negentien jaar. In het examenjaar (HAVO/VWO) krijgen zij een laatste opdracht: kies een activiteit die met godsdienst of zingeving te maken heeft, en schrijf daarover een verslag.
Lang niet alle jongeren hebben een christelijke achtergrond. Sommigen kiezen ervoor om op zondag eens een kerkdienst te bezoeken, gewoon uit nieuwsgierigheid. Ik lees daarna de verslagen. Er staan mooie dingen in. Soms is een vooroordeel weggenomen. Een ander is verrast over de mensen en hun saamhorigheid, dat maken ze zelden mee. Ik lees zo’n verslag met een dubbele pet, als docent en als predikant. De predikant in mij is benieuwd naar wat zij hebben meegekregen van de kerkdienst. Helaas, heel weinig. “Ik begreep er niet veel van,” las ik verschillende keren.
Deze jongeren houden mij een spiegel voor. Is de verkondiging van het Evangelie in onze kerkdiensten voor hen toegankelijk? Ben ik voor hen de Filippus die met hen meeloopt en hen het Evangelie uitlegt? Sta ik open voor het werk dat de Heere kan doen en doet in het leven van deze jonge mensen?
En toen kreeg ik dit briefje onder ogen, ook geschreven voor een opdracht.
Ik ben 13 jaar en zit op atletiek en dansen. (…) Ik heb een vader, moeder en een heel lief zusje. Ik woon in X. Ik heb bijna mijn dansvoorstelling, daar ben ik wel zenuwachtig voor. Ik hoop dat het goed gaat.
Ik geloof. Ik weet niet de precieze betekenis van dat woord maar ik weet wel dat ik geloof. Heel mijn gezin is niet christelijk en zo ben ik ook opgevoed. Ik dacht nooit na over mijn geloof als kind in de eerste. In de tweede (VWO) ben ik meer over mijn geloof gaan nadenken, ik ging naar een christelijke school, ik vierde christelijke feesten, had christelijke vriendinnen en vrienden en hoorde vaak dingen over God en Jezus.
Rond het midden van de tweede begon ik over het geloof na te denken: Wie is God? Wie bent u God? Speelt God een rol in mijn leven? En ik begon erover na te denken. Steeds meer, na een tijdje vertelde ik het ook aan mijn vriendinnen. Die waren bereid om over hun geloof te vertellen...
Laatst (…) de knoop was doorgehakt. Ik geloofde. Ik geloofde dat er een hemel was, dat God bestond, dat U bestond en ik geloofde….
Ik ben heel dankbaar voor God en Jezus daarom wil ik hun danken, danken dat ze mij vergaven eerst niet te geloven, danken dat ze er voor mij zijn, danken dat ze me door die lastige tijden sleepten, en danken dat ze mij het inzicht hebben gegeven hoe mooi God en Jezus wel niet zijn. Dank u wel voor Uw bestaan.
Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: