Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Bied het maar eens aan uw landvoogd aan. Zou hij u goedgezind of ter wille zijn?

... Een wonder - dat is het.

Dat de tempel weer is herbouwd, na de ballingschap.

We schrijven de vijfde eeuw voor Christus. In het Perzische rijk is het Godsvolk ternauwernood ontsnapt aan een genocide. Haman heeft gehangen aan zijn eigen galg en inmiddels zijn vele ballingen teruggekeerd naar Juda. God zal Zijn volk niet eindeloos kastijden! In de tempel is de eredienst hervat. De altaren roken weer als vanouds.

Zo kan het gaan. Een nieuwe start, een hoopvol perspectief. Alles weer als vanouds. Je zou ernaar verlangen in een tijd waarin kerkdiensten noodzakelijk afgeschaald zijn. Toch? Wat kan je hart opspringen bij de gedachte dat het weer is zoals vroeger. Wat kan er een vurig voornemen groeien om liefde en lof te mengen tot een offer voor God. In het heiligdom, waar het Godsvolk verzameld is.

’t Is niet best met je als zo’n verlangen je bevreemdt.

Als je het eigenlijk wel prima vindt, met een kop koffie of een verlaat ontbijt op de bank achter de laptop.

Dat is geen vrucht van geestelijk leven.

Maar ook als je iets van dat verlangen herkent, is er reden tot zelfreflectie.

Want Maleachi gunt ons een blik in de toekomst. Hoe het daarná gaat, als ééns de eredienst in volle luister hersteld is. Als alles weer gewoon is. Zoals in Jeruzalem.

Want daar in Jeruzalem zitten ze met een duf hoofd in de kerk. Slaperig, want het was laat gisteravond. En ze hebben het druk gehad, afgelopen week. Er is veel omzet gemaakt, maar daarvoor moest wel tot in de late uurtjes doorgewerkt worden. Het beste deel van hun tijd hebben ze al verbruikt. En wat er overschiet – dat is voor de HEERE.

Zo ging het – bij wijze van spreken.

God wil dat Hem offerdieren zonder gebrek worden aangeboden. Dat is een teken van respect. En Hij is het beste waard! Maar Hij krijgt wat er overschiet. Een blind dier. Een kreupel dier. Een ziek dier. Een slag in het gezicht van Israëls Ontfermer. Dit is minachting van de Allerhoogste. Want wie zou het lef hebben om zo’n dier te schenken aan de landvoogd van Perzië die over Juda regeert? Maar wat men een heidense vazalvorst niet durft aan te bieden, acht men goed genoeg voor de Heere van de hemelse legermachten.

Hoe gaat dat straks bij ons, als de eredienst eens in volle luister hersteld is? (Moge God het geven!)

En hoe gaat dat nu – zolang het zover nog niet is?

Nu de verzoeking om achterop te raken in de genade groter is dan tevoren – omdat we de ruggensteun van ritme en regelmaat moeten missen?

Laat deze coronatijd voor ons een tijd van reflectie zijn. Van reflectie op de cyclus van een doordeweekse dag, de cyclus van een gemiddelde week.

Welk deel is voor de Verlosser?

Bied het slechtste deel van uw tijd maar eens aan uw werkgever aan. Zou hij u goedgezind zijn?

Bied het gebrekkigste deel van je energie maar eens aan je opdrachtgever aan. Zou hij je ter wille zijn?

Die zegswijze, ‘ter wille zijn’, herinnert in het Hebreeuws aan Genesis 19. Als God Sodom en Gomorra gaat verwoesten, is Hij Lot ‘ter wille’ en keert Hij de stad Zoar niet om. Die stad wordt een toevluchtsoord voor Lot.

Zo kan het gaan. Dwars door de crisis heen, vergeet Hij niet te verlossen wie Hem aanroept in de nood. Is Hij ‘ter wille’ wie zich oefent in een leven van dankbare toewijding.

Zó is Israëls God!

En deze God is onze God.

ds. G.F. Willemsen

Naar overzicht

Geplaatst door:

Ds. G.F. Willemsen

Datum:

26 oktober 2020

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: