Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

De Heere spreekt opnieuw

... De Heere spreekt opnieuw

 

Jona 1: 4-6

Je ziet Jona liggen: diep in slaap, ergens onderin het ruim van een vrachtschip. De HEERE heeft gesproken. Jona moet naar Ninevé. Maar Jona zegt hartgrondig ‘nee’. Jona weigert de Ninevieten te waarschuwen. Stel je voor dat de HEERE zo zou doen. Stel je voor dat Hij zou blijven zwijgen als je afkoerst op je ondergang …

Hoor, de HEERE spreekt opnieuw. Nee, nu niet door Zijn Woord. Hier spreekt Hij door middel van een zware storm. Het wordt noodweer. De zeelieden zijn wel wat gewend, maar nu worden zij onrustig, zelfs angstig. Zoiets hebben zij nog nooit meegemaakt. Stuurloos slingert het schip heen en weer. Het kreunt en kraakt boven het stormgebulder uit. Als dit zo doorgaat, zal het schip nog breken (vers 4).

Krijgt Jona nu zijn verdiende loon? Is dit Gods afrekening met Zijn deserterende profeet? In deze vreselijke storm is God niet uit op Jona’s ondergang. In werkelijkheid bewijst Hij juist hier dat Hij om hem geeft. Juist in dit noodweer roept de HEERE Jona terug van zijn hopeloze vlucht: ‘Jona, sta stil, keer terug naar Mij!’

Soms spreekt de HEERE door middel van een storm. Misschien heb je al jarenlang de wind in de rug. En ondertussen drijf je steeds verder bij Hem vandaan. Totdat God ingrijpt. Het wordt donker in je leven. Je levensscheepje slingert heen en weer. Je bent bang dat je vergaat. En waar is God? Waarom laat Hij dit gebeuren in mijn leven?

Hoor je hoe de HEERE hier spreekt? Versta je Zijn roepstem in de razende storm?

Nee, Jona hoort het nog niet. Jona ligt te slapen onderin het schip. Hij lijkt wel bedwelmd, betoverd, helemaal buiten westen. Jona is zich van geen gevaar bewust.

Het is een aangrijpend gezicht. Je ziet die heidense zeelieden bidden tot hun goden die niet kunnen helpen, en waar is Jona? De enige man aan boord die weet van de ware en de levende God, laat verstek gaan. Jona de man van God is de enige die niet bidt.

Je hoort de verontwaardiging in de stem van de kapitein: ‘Hoe kunt u zo diep in slaap zijn? Sta op, roep uw God aan! Misschien zal die God aan ons denken, zodat wij niet vergaan’ (vers 4). Het zal je maar gezegd worden door een ongelovige, een heiden. Maar het moet wel worden gezegd, ook vandaag. Want als je bij de HEERE wegvlucht, dan zul je vergaan. Zonder Vaders Zoon aan boord wordt het schipbreuk. Alleen met de kruisvlag hoog in top is je levensscheepje veilig. Veilig onder Jezus’ hoede, wat er ook gebeurt.

De heidense kapitein die God niet kent, spreekt nog over ‘misschien’: ‘Misschien zal die God aan ons denken …’ Maar bij de HEERE is zekerheid. Hij is de Hoorder van het gebed. Hij hoort je als je roept. Hij staat er Zelf voor in: ‘… Al wat u ontbreekt, schenk Ik zo gij ’t smeekt, mild en overvloedig.’

J.B. ten Hove, v.d.m.

Naar overzicht

Geplaatst door:

Ds. J.B. ten Hove

Datum:

24 juni 2019

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: