Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Eeuwig leven

... Eeuwig leven

Eeuwig leven

Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven.

Joh. 3:36

Komende zondag is het de laatste zondag van het kerkelijke jaar. Eeuwigheidszondag wordt deze genoemd. In sommige kerken worden dan de namen van de overleden genoemd, op de laatste zondag van het kerkelijke jaar en niet van het burgerlijke jaar op 31 december. Het gaat over hen die in het eeuwige leven zijn ingegaan – en dat hoort in de kerk thuis.

Het evangelie naar Johannes is daar glashelder over: ‘Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven.’ Mensen hebben het eeuwige leven niet in zichzelf, zelfs geen onsterfelijke ziel. Alleen God heeft het leven in zichzelf. Mensen kunnen het eeuwige leven alleen ontvangen van Hem. Wie in de Zoon gelooft, nee, niet: ‘krijgt het eeuwige leven’, maar ‘hééft het eeuwige leven’. Het eeuwige leven is niet iets van na de dood, maar is er nu al, en afgelopen zondag hebben wij dat gevierd bij brood en wijn.

‘Wie in de Zoon gelooft.’ Mensen zijn in de kerk steeds weer geneigd om de aandacht van de Zoon te verschuiven naar de gelovige: Geloof jij wel? Geloof ik wel? Is mijn geloof, jouw geloof wel echt? Geloof is niet gericht op de gelovige en zijn of haar kwaliteiten. Geloof is gericht op degene die geloofd wordt. Dat is zelfs in het gewone spraakgebruik: ‘Geloof jij die man?’ Het antwoord (en zelfs de vraag al) zegt niet iets over jou, maar over die man. Is hij betrouwbaar? Geloven in Jezus zegt iets over Hem: Hij is geloofwaardig. De eerste betekenis van het Griekse woord voor geloven is zelfs vertrouwen: je kunt Hem vertrouwen en je kunt op Hem aan. Dat is geloven: weten dat je op Hem aan kunt, in leven en sterven, niet alleen bij je dood, maar nu.

Met de komst van Christus is de taal veranderd. Tot die tijd werd er van iemand gezegd: ‘Ik vertrouw hem’, zonder voorzetsel. Maar christenen gebruiken ‘geloven’ met voorzetsels: ‘in’ en ‘op’. Dat zijn precies de voorzetsels die bij de doop worden gebruikt: in Hem ingedoopt en op zijn naam gesteld. Dat is geloven nu: niet meer een relatie van vertrouwen met iemand die je kent, maar opgenomen in Hem. Zijn leven is ons leven. Niet ik leef meer, maar Christus leeft in mij, Hij die het leven in zichzelf heeft en de dood heeft teniet gedaan. Hem behoor ik toe. Alles gaat over Hem. Zo vieren we eeuwigheidszondag en gedenken we hen die stierven in de HEER, in het leven dat onvergankelijk is.

Dat geloof is niet een optie tussen verschillende mogelijkheden: alsof je kunt kiezen tussen het leven en dood. Wie niet gelooft in Hem, vertrouwt zich niet aan Hem toe. Die zegt: ‘Hij bekijkt het maar. Ik vertrouw hem van geen kant.’ Dan gaat het over de toorn van God. Het is niet zo dat God kwaad wordt omdat je niet gelooft. Hij ís al kwaad op je en als je tegen Jezus zegt: ‘Je bekijkt het maar’ dan blíjft de toorn op je. In de kerk weten we wie Jezus is en we belijden: ‘Wij geloven in zijn eniggeboren Zoon, onze HEER.’ We vertrouwen ons aan Hem toe. In die gemeenschap zijn zij die ons dit jaar voorgingen naar de vreugde gestorven, in de gemeenschap van Hem die het eeuwige leven he

Naar overzicht

Geplaatst door:

dr. A. v.d. Beek

Datum:

16 november 2020

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: