Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Leer ons bidden

... Leer ons bidden

En het gebeurde, toen Hij ergens aan het bidden was, dat één van Zijn discipelen tegen Hem zei, toen Hij ophield: Heere, leer ons bidden…

(Lukas 11: 1)

Bovenstaande vraag, gesteld door één van Jezus’ leerlingen, is voor velen bekend: leer ons bidden. In de loop van de tijd zijn er meerdere meditaties over geschreven en preken over gehouden. En toch, telkens opnieuw kan die vraag terugkomen. Omdat bidden niet zomaar vanzelfsprekend is. Het kan er zomaar bij inschieten. Voor menigeen is bidden een worsteling.

Het is bijzonder hoe de evangelist Lukas ons deelgenoot maakt van de ontmoeting van Jezus met die leerling. Allereerst door te vermelden dat de vraag aan Jezus gesteld werd toen Hij ergens aan het bidden was. De gebedspraktijk van Jezus nodigde blijkbaar uit om te vragen: leer ons bidden. Goed voorbeeld doet goed volgen.

Dat was destijds het geval. Maar is dat vandaag minder? Dat wat er van huis uit, ook in het bidden, zicht- en hoorbaar wordt gemaakt; waar kinderen in worden meegenomen; wat op scholen en in het jeugdwerk wordt meegegeven – het nodigt hopelijk uit tot (leren) mee-bidden.

Vervolgens reikt Jezus een concreet gebed aan om te bidden. Wij kennen dat gebed als het Onze Vader. Woorden om tot God te naderen en waarin God zich door Jezus laat kennen. Waarin de lof naar God toe invulling krijgt, maar ook de broodnodige vragen.

Hoe waardevol persoonlijke gebeden ook zijn, het Onze Vader zet ons erbij stil dat we al onze gebeden niet zelf hoeven te bedenken. Misschien zijn er momenten waarop we zelf ‘droog staan'; waarop je zelf geen woorden hebt die naar boven komen. Het antwoord van Jezus op de vraag van zijn discipel is: ‘Wanneer u bidt, zeg dan,’ en dan volgt het Onze Vader. Zo van: bid maar mee, zeg het maar na. Neem deze woorden maar op je lippen – om uit te spreken, of om als leidraad voor je gebed te nemen.

Het derde punt dat in het vervolg van Jezus’ onderwijs naar voren komt is de grote verwachting die Hij aan het gebed verbindt. Bidden is niet iets omdat het moet; of omdat het erbij hoort. Van het gebed – en dat hebben we telkens opnieuw te leren – mogen we zoveel verwachten. Jezus brengt dat naar voren in zijn beeldende uitleg van die man die iets van zijn vriend verlangt; of van die vader die reageert op de vragen van zijn kinderen. Op enige voorzichtigheid kun je Jezus daarin niet betrappen als Hij zegt: ‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.’

Voor velen breekt na een vakantie een nieuwe periode aan. Hoe gaan we die in?

Laat het gedragen zijn door het gebed; met grote verwachting! Jezus zelf geeft ons daarin onderwijs.

Ik weet niet hoe het voor u of jou is; maar zelf bemerk ik dat ik dat onderwijs als leerling van Jezus telkens weer nodig heb.

Naar overzicht

Geplaatst door:

ds. M. L.W. Karels

Datum:

12 augustus 2024

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: