Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Schep vreugde in de Heere, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.

... Schep vreugde in de Heere, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.

Schep vreugde in de heere, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.

(Psalm 37:4)

Een nogal royale belofte, zou je zeggen, zo aan het begin van een nieuw jaar: ‘Dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.’

Inderdaad – Gods beloften zijn uitzonderlijk royaal.

En tegelijkertijd past ons hier zorgvuldigheid.

De Heilige Schrift bedoelt niet: ‘Dan zal Hij u geven wat uw hart ook maar verlangt.’ Dat zou een uitnodiging zijn om de begeerten van ons hart wel erg onkritisch te bejegenen.

Het gaat hier om datgene wat uw hart verlangt – dat is iets concreets, er is hier een specifieke behoefte in het spel. Dit Israëlitische gedicht weerspiegelt het verlangen van de vrome naar een eigen stuk land. Want landbezit, dat betekent: voedsel kunnen verbouwen, kunnen leven, toekomst.

Het thema van het landbezit komt maar liefst zevenmaal voor in dit lied. We ontmoeten een arme en verdrukte rechtvaardige, vermoedelijk zonder eigen stukje grond, die onrecht lijdt door de rijkdom en voorspoed van de goddeloze.

En dat roept meteen de vraag op of deze royale belofte mij, moderne Westerse lezer, wel toekomt. Want ik behoor tot een volk dat, om in zijn behoeften te voorzien, twee en een half keer zoveel land gebruikt als de oppervlakte van het eigen grondgebied. Dat gaat ten koste van mensen elders in de wereld. Mag ik mijzelf deze troostrijke woorden eigenlijk wel toe-eigenen – of neem ik dan ten onrechte de plaats van de verdrukte in?

Intussen spreekt het eerste deel van dit Psalmvers over het scheppen van vreugde in jhwh. De noodlijdende rechtvaardige wordt opgeroepen om zich, te midden van zijn misère, te ‘verlustigen’ (Statenvertaling) in de heere. Een opmerkelijke geesteshouding in zulke omstandigheden. Een houding die staat tegenover het ontsteken in woede – een reactie die veel natuurlijker is bij het lijden aan onrecht, en die daarom driemaal in dit Psalmlied wordt genoemd.

Geen woede, maar vreugde in jhwh. Kan ik dat eigenlijk, als in mijn eigen leven de omstandigheden kantelen richting tegenspoed? Op de achtergrond hoor ik de stem van Job. Hij gebruikt zo ongeveer dezelfde Hebreeuwse woorden als het eerste deel van ons Psalmvers, en zegt dan: de huichelaar kan dit niet (27:8, 10). Zich verlustigen in de heere, juist in de misère, dat is de lakmoesproef voor het geloof.

Psalm 37 – de Heere Christus heeft dit gedicht kernachtig samengevat met de woorden: ‘Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.’

En tegelijkertijd krijgt deze Psalm daarmee een nieuwe dimensie. Want als de Messias hier spreekt over de aarde, dan bedoelt Hij de toekomstige aarde, waarop het koninkrijk van God gevestigd is. Evenals de noodlijdende rechtvaardige in het oude Israël wordt de Christus-gelovige opgewekt niet in woede te ontsteken, zolang hij nog lijdt aan een goddeloze heerschappij over de aarde. Hij is daarom zachtmoedig. Hij schept vreugde in jhwh, en weet dat hij het verlangen van zijn hart ontvangen zal: leven, toekomst, in het koninkrijk van God.

Een uitzonderlijk royale belofte, aan het begin van 2020.

ds. G.F. Willemsen

 

Naar overzicht

Geplaatst door:

ds. G.F. Willemsen

Datum:

13 januari 2020

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: