''U bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie.....''.

... Wat vind u van uzelf?

Wat vind u van u zelf? Sommige mensen pochen omdat ze veel bereikt hebben. Anderen kijken vooral op de dingen die mis gingen. Of tobben met een schuldgevoel over de tekorten ten opzichte van God en medemensen. De vraag komt dan op: “Wat stel ik eigenlijk voor?”

Belangrijk is evenwel hoe God over ons denkt. Dat bewaart ons voor hoogmoed om ons zelf op de borst te slaan. Dat bemoedigt ons als we teleurgesteld zijn in het leven. Want God ziet u als bijzondere mensen. U bent, zegt 1 Petrus 2: 9 een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, Gods eigendom.

Dit zijn woorden die de Here in het OT gesproken heeft van Israël.

Niet omdat Israël iets gepresteerd heeft. Integendeel, het is een volk van slaven. Nog maar net bevrijd uit Egypte. God zegt het omdat Hij dit volk tot zijn eigendom wil maken. Hij kiest het uit.

Het volk antwoordt dat men de Here zal dienen. Ondanks die belofte verlaat het God toch steeds weer. Maar God verlaat zijn volk niet. Hij blijft trouw aan zijn beloften. Door Gods genade is Israël bijzonder.

Die woorden gelden ook de gemeente van Christus. Is die dan bijzonder? Nee en ja. Nee, niet vanuit zichzelf. De kerk is niet volmaakt. Ze bestaat uit mensen die niet volkomen zijn. Tóch is zij bijzonder. Gód heeft haar geroepen. De gemeente is zijn eigendom, gekocht en betaald door Christus. Hij heeft er zijn leven voor gegeven. Dát is het bijzondere. Als gemeente, én persoonlijk, zijn wij van Hem.

Daarom gelden deze woorden niet alleen Israël, maar ook ons. “U bent een koninklijk priesterschap”. Koninklijk betekent dat wij van God, dé koning, zijn. Bemoedigend. Zoals een goede koning zorgt voor zijn volk, zorgt God voor ons.

Als God voor ons zorgt, moeten we ook goed zijn voor elkaar. We zijn immers ook priesters. Bestemd voor de dienst aan God én de medemens. God dienen in de kerk. Hem daar loven. En op straat, door in liefde met elkaar om te gaan.

Kunnen we dat? Niet in eigen kracht. Alleen met hulp van Christus. Door Hem mogen we Gods liefde verkondigen. Ook aan u, als u door omstandigheden niet meer kunt geloven. Of als u negatief over uzelf denkt. Want God ziet u als bijzonder.

“O liefde Gods, oneindig groot,

ver boven ons verstand”.