Zwaarden worden ploegscharen

... De beelden uit het Midden-Oosten, Israël, Gaza, Libanon, de beelden vanuit Oekraïne, en de niet getoonde beelden, omdat het ons minder raakt of boeit, uit Soedan, Oost-Congo,..

De beelden uit het Middenoosten, Israël, Gaza, Libanon, de beelden van uit Oekraïne, en de niet getoonde beelden, omdat het ons minder raakt of boeit, uit Soedan, Oost-Congo,…. De lijst van oorlogen en conflicten is lang. En waar het Israël betreft lopen de emoties soms hoog op en lijkt een gesprek niet mogelijk, zelfs niet als uit Joodse kringen, zoals de Rabijnen in Nederland, een voorzichtige stem klinkt.

Israël is ons dierbaar. En Israël kon samen met Jesaja zien dat er een tijd van vrede komt en alle wapens worden neergelegd, sterker: “Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren” (Jesaja 2:4). Wat een vooruitzicht en hoe confronterend met de huidige tijd. Het is verdrietig dat deze Bijbeltekst voor het gebouw van de Verenigde Naties in steen staat gebeiteld, maar dat gewone mensen en leiders, dag in dag uit er langs lopen, zonder er iets aan gelegen te laten liggen. Eerder is Psalm 2:1 van toepassing: “Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is?” Omdat zij zich verzetten tegen de HEERE en zijn Gezalfde.

Jesaja vertelt wat hij gezien heeft met het oog op de laatste dagen. Dit is niet een moment in de geschiedenis, maar het einde van de geschiedenis. Hij ziet dat “de berg van het huis van de HEERE vast zal staan,” onwankelbaar en “hoog verheven” (Jesaja 2:2). Alle heidenvolken zullen naar de berg trekken, zelfs stromen. Kunnen we ons dat voorstellen, stromen mensen die verlangen naar het het onderwijs van de HEERE, om zijn Woord en zijn te horen en daarnaar te leven, “zijn paden te bewandelen.” “Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob” (Jesaja 2:3).

En daar staan ze dan voor de troon van de HEERE (Openbaring 20:11-15). Ieder zal worden geoordeeld naar zijn en haar daden, hele volken zal hij oordelen (Jesaja 2:4). Het dit rechtvaardig oordeel is nodig om duurzame vrede te krijgen. Mensen kunnen dat niet. Dat kan alleen de HEERE. Hij overziet de geschiedenis. Hij kent de bewegingen. Hij ziet het lijden en het sterven van kinderen, vrouwen.

Na het rechtvaardig oordelen roepen de volken elkaar op de wapens om te smeden en de oorlog niet meer te leren, zodat geen mens weer weet wat dit is. Een vooruitzicht vol van hoop. Vanwege dit vooruitzicht roept Jesaja: “Huis van Jakob, kom, laten wij wandelen in het licht van de HEERE.” En deze oproep was hard nodig gezien wat er volgt in Jesaja 2 en 3.

“Wandelen in het licht van de HEERE” brengt mij bij de komst van Jezus Christus, het licht voor de wereld (Johannes 1:4, 5; 8:12). Alleen bij Hem en in Hem is Gods vrede en sjaloom te ontvangen. In de komende weken staan wij daar weer bij stil en roepen wij de mensen op: “Kom! En vier met ons de komst van Jezus Christus.”