Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Doodsangst

... Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de Vrees uit.
1 Joannes 4:18a

Vechten, vluchten, bevriezen – het zijn de drie bekende reacties bij hevige angst. Bij doodsangst.

Afgelopen zondag zijn in veel kerken in Nederland de namen van gestorvenen gelezen.

Voor wie erbij was: een confrontatie met de dood.

‘Tegen de zon inkijken,’ noemt een bekende psychiater dat.

Iets wat je eigenlijk niet kunt, in ieder geval niet te lang.

Niet verwonderlijk dus dat je jezelf daartegen teweerstelt.

Door te vechten. Of te vluchten.

Misschien zonder dat je het zelf in de gaten hebt.

Je kunt vluchten in je bezigheden op aarde, en er maar niet te veel over nadenken dat je sterfelijk bent.

Je kunt vechten tegen die angst, door te zeggen: ‘Dood is dood!

Daarna is er niks meer! Dus niets om bang voor te zijn!’

Of ook op een oppervlakkige godsdienstige manier:

‘We gaan tóch naar de hemel – dus niets om bang voor te zijn!’

Zonder dat er écht geestelijk leven is. En je probeert de angst te bedekken.

Vechten en vluchten.

Maar soms werkt het niet meer, om daarmee de angst te bezweren.

Dat de beschermlaagjes loslaten, zoals een pleister na verloop van tijd loslaat.

Dat je aan het eind van het leven als het ware als een ui wordt afgepeld, en er blijkt geen kern te zijn.

Wat dan?

Dan komt die derde reactie op doodsangst: dat je bevriest, verstijft, en niet meer weet wat je moet doen.

Omdat al je manieren om voor die angst te vluchten of ertegen te vechten niet meer werken.

Je beseft dat je God gaat ontmoeten. En je weet niet hoe dat gaat aflopen.

‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit.’

Dat is de weg die de Heilige Schrift ons wijst.

Die angst voor de dood, voor de ontmoeting met je Schepper – die angst dat je het oordeel niet kunt doorstaan: daarop is liefde het antwoord.

Over welke liefde gaat het dan eigenlijk?

Wonderlijk genoeg: over de liefde tot God. De liefde van een mens tot God.

Niet toevallig is dat ook het eerste en het grote gebod van de Heiland: God liefhebben boven alles. Met heel je bestaan.

Wie tegen de zon in wil kunnen kijken, die oefene zich in de liefde tot God.

‘Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, dat wij vrijmoedigheid mogen hebben op de dag van het oordeel,’ zo lezen we in vers 17.

Dan is er geen angst meer, maar vrijmoedigheid.

Omdat je leeft vanuit een liefdesband.

Je wéét dat het goed zit tussen God en je ziel.

Zo drijft de liefde de vrees uit.

Dat is geen trucje, dat doe je niet in een handomdraai.

God liefhebben boven alles – dat kost je jezelf. Dat doe je niet in eigen kracht.

En daarom voegt de apostel eraan toe:

‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.’

Dat is het geheim.

Wie zich wil oefenen in de liefde tot God, die overdenke Gods vrijmachtige liefde.

De komende Adventstijd biedt daarvoor een uitgelezen kans.

‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’

 

Naar overzicht

Geplaatst door:

ds . G.F. Willemsen

Datum:

22 november 2022

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: