Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Gód zegent

... U, jij, hebt ze - hoop ik - vaak gehoord.

Numeri 6:22-27

U, jij, hebt ze - hoop ik - vaak gehoord.

Die zegenwoorden, aan het eind van een kerkdienst.

24De HEERE zegene u

en behoede u!

25De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten

en zij u genadig!

26De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u

en geve u vrede!

En dan mag je, daar kún je mee gaan.

De week, de wereld en je dagelijkse leven in.

Maar wacht even, wat zijn dat voor woorden? Wat is de lading?

Lees ook 27e vers en leg 22-23 er naast:

22En de HEERE sprak tot Mozes:

23Spreek tot Aäron en zijn zonen en zeg:

Zo moet u de Israëlieten zegenen, door tegen hen te zeggen:

[ertussen die zegenwoorden…]

27Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen; en Ík zal hen zegenen.

Dan blijkt: die bekende, hartverwarmende woorden staan in het kader dat de Here God aangeeft. Hij geeft via Mozes aan Aäron & zonen de opdracht om te spreken.

Mensenwoorden… Maar geen lege woorden voor de vorm of de gewoonte. Het zijn woorden die God zelf in praktijk brengt en werkelijkheid maakt!

En daarom: woorden van mensen, maar het is Góds werk.

Er gebeurt dus best wat aan het eind van een eredienst.

De zegen is geen vrome versie van ‘en nu mogen we naar huis, het is afgelopen.’

Nee; mét die zegen worden we de wereld in gezonden.

Wordt de eredienst verbonden met ons hele leven. De zegen is als zout in het eten. Als de kok het vergat, dan merk je dat meteen. Als het toegevoegd is, wordt alles er anders van. Je hele leven, jij zelf!

Moeten u, jij en ik het dan gaan maken?

Gaat het dan ineens lukken, alsof de zegen een soort hokuspokus is?

Er zijn genoeg eigen mislukkingen om te weten dat het zo niet werkt.

Hoe dan wel?

In die zegenwoorden klinkt verlangen!

In een wereld waar de waan van de dag – voor even – alle aandacht vraagt voor een aardbeving in Marokko, een vloedgolf in Libië en een schietpartij in het Erasmus MC.

Een wereld waarin we zelf zo vaak met stukken en brokken en zonde(r God) in onze handen zitten.

Dan en daar hebben we een Herder nodig die over ons waakt (v. 24), die licht in ons leven brengt (v. 25) en die oogcontact met ons maakt (v. 26).

Dat kunnen wij niet organiseren, maar om Jezus’ wil – de goede Herder, die God-met-ons is - vragen we erom. Verlangen we ernaar.

Want die zegenwoorden zijn zegenwensen. Beetje uitgesleten en vergeten taal: de HERE zegene… ‘Moge de HERE…’ Dat moet Hij doen, dat regelen we zelf niet.

Het lukt ons ook niet. Het is gelukkig zijn werk!

En laat dat nu precies zijn wat de HERE belooft?!

Hij geeft de instructie voor die woorden.

En Hij legt er zelf de bodem van zijn belofte onder.

Zo moeten zij mijn NAAM op het volk leggen, en IK zal hen zegenen!

Zeg daar maar ‘amen’ op.

 

Naar overzicht

Geplaatst door:

ds. Wijgert Teeuwissen

Datum:

2 oktober 2023

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: