Een goed begin

... Romeinen 8:23 De eerstelingen van de Geest

Een goed begin is het halve werk. Dat heb je sowieso in huis. Zo ontvangt iedere gelovige de heilige Geest. Die is zelf dat voorgoed begonnen begin. De eerstelingen zijn de heilige Geest, de Trooster, die ons is gegeven (catechismus zondag 20).

Als voorschot hebben we de Geest ontvangen (Nieuwe BijbelVertaling 21). De eerstelingsgave van de Geest heeft God ons al gegeven. Wat een groot geschenk, dat God zichzelf weggeeft aan zondaren als wij! Na berouw en bekering is er vergeving van zonden en de gave van de Heilige Geest (Handelingen 2:38). Een mooier cadeau is er niet. Als je veel van iemand houdt, geef je het mooiste dat je hebt. Blijkbaar heeft de Here heel veel zondaarsliefde…

Bovendien is het een geschenk dat een belofte in zich draagt. Met een voorbeeld uit de handel en het betalingsverkeer krijgt Gods Geest de naam van borg, garantie, aanbetaling. Dat betekent: er komt nog meer, dit is nog maar het begin, de rest volgt zeker! De eerstelingen beloven de volledige oogst. Bij God is geen noodzaak tot een drukmiddel om het betalen van de rest te garanderen. Maar Hij gunt ons alvast dit royale geschenk. En Hij geeft ons tegelijk hoop en vertrouwen voor al wat nog naderhand naar ons toekomt vanuit de hemel!

We zijn er nog niet; er is gebrokenheid, zuchten en steunen. De reden daarvan is dat we helaas nog steeds zondigen. Paulus treurt en worstelt erover in Romeinen 7 en iedere gelovige herkent dat. Een andere reden van ons zuchten is ons lichaam. Wat kunnen we daar veel mee te stellen hebben! Moeheid, ziekte en zorgelijke onzekerheid, pijn, beperkingen enzovoorts. Wat zijn er veel ziektes en syndromen en handicaps. Dan moeten we zien hoe we het toch volhouden, als ons lichaam een last is, vol onverlostheid. Zo zuchten we ook, met de schepping. En wonderlijk genoeg zucht Gods Geest met ons mee! (vers 26) Zijn zuchten is een woordeloos maar krachtig gebed. Een vorm van voorbede voor ons in al onze zwakheden. We staan er niet alleen voor.

Er is gezucht en gekreun. Maar het zijn de pijnkreten van een bevalling! Barensnood. Na het persen en puffen volgt de geboorte van iets moois, nieuws. Het was alle moeite waard! Gods nieuwe wereld wordt geboren, ook die wordt in de Schrift benoemd als ‘wedergeboorte’ (Mattheüs 19:27).

We zijn er nog niet, maar we komen er zeker. Dat is te danken aan Gods trouw en doorgaande werk. Dat is Zijn genade en geduld met ons en met de wereld. De heilige Geest geeft ons hoop die niet beschaamt. Hij leert ons leven met verwachting, van de vrijheid en de verlossing van ons lichaam en onze geest. God zal ons zwakke en sterfelijke lichaam vernieuwen en verheerlijken. Nu is er lijden en gebrokenheid maar Gods Geest leidt ons naar de verlossing en heerlijkheid. ‘Verhard u niet, maar láát u leiden.’