Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Gezien

... Ïk heb geen mens..."

Hij vraagt niets meer. Het heeft toch geen zin. Er is niemand voor hem. Woorden waarin een afgrond van eenzaamheid zich opent. Aan de Schaapspoort met zovelen om me heen. Ze komen langs op weg naar de tempel om te bidden tot God. Mij zien ze niet.

Hoe velen zijn er daar en toen en zijn er hier en nu? Je mist ze niet, je ziet ze niet. Iemand ligt er al 38 jaar. Dag aan dag over het hoofd gezien. Grijpt het ons aan; kijken we wel goed om ons heen? Stemmen klinken: ik heb niemand.

Dan is er iemand. Jezus ziet hem. Jezus neemt het initiatief, want de zieke zal niets zeggen. Die vraagt niet meer. Jezus vraagt: “Wilt u gezond worden?” Wat een rare vraag. Die man ligt toch niet zomaar bij dat water. Een beetje meer inleven in die situatie zou wel goed zijn.

Had iemand dat maar gedaan in die 38 jaar.

De man zegt geen ja, maar “ik heb geen mens”. Jezus gaat er niet op in. Hij zegt: sta op. En de man doet het. Zo hebben we weer een genezingsverhaal met een mooie afloop. En dat is het? Lees door, zegt Johannes. Nu was het die dag sabbat. Alsof Jezus dat niet weet. Hij loopt heel wat keren in en uit Jeruzalem, maar juist op de sabbat laat Hij die zieke lopen met zijn ligmat onder zijn arm. De reactie blijft niet uit en het onderwerp wordt nu: “gedenk de sabbatdag”.

De sabbat is heilig, roepen de Joodse leiders (zij worden bedoeld met “de Joden”). Je mag niets dragen. Denken ze aan bijvoorbeeld Jeremia 17:19-27? Wie iets draagt overtreedt Gods gebod en het gevolg kan verschrikkelijk zijn. Hun uitleg: je mag helemaal niets dragen. Maar Jeremia had het over handelswaar de stad indragen om te verkopen en te kopen. Handel is wat anders dan met een matje door de stad lopen. Bovendien, ze beginnen met een veroordeling en niet met de vraag: waarom loop jij met een ligmat? Voor hen is de mens er voor de sabbat en niet de sabbat er voor de mens.

Hebben we de kern van Johannes 5? Nog niet, het gaat verder. De kern is niet anders dan de rode draad in het hele Evangelie. Het antwoord op de vraag wie Jezus is. Hij is meer dan de genezer van een verlamde. De Joodse leiders hebben het door. Die Jezus pretendeert de Zoon van God te zijn. Hij stelt zichzelf aan God gelijk.

Voor hen is dat heiligschennis. Voor Johannes het tegendeel: heilsopenbaring. Daarmee begint hij al in hoofdstuk 1. “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God”. En dat “ Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond, vol van genade en waarheid”. De eeuwige, heilige God is dichtbij. Wie Jezus ontmoet, ontmoet God Zelf. God Die mensen ziet en aanspreekt. Die heil brengt: wie in Christus gelooft heeft eeuwig leven. Met zo’n genezing als teken.

Naar overzicht

Geplaatst door:

Dr. J. van Beelen

Datum:

19 juni 2023

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: