Direct contact opnemen met kerkelijk bureau of scriba algemene kerkenraad.

Meditaties

Een belijdenis van zonden en schuld en gebed om vergeving.

... Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddeloos gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden, en van Uw rechten.
Bij de Heere, onze God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.

Wie deze woorden spreekt.

De beide teksten die hierboven staan zijn genomen uit het gebed van Daniël dat we kunnen lezen in Daniël 9.

Wanneer wij naar het leven van Daniël kijken, kunnen we niet anders zeggen dat hij, te midden van een heidense wereld, standvastig is gebleven in het dienen van de Heere.

Daniël kijkt terug naar wat er in het verleden is gebeurt en hij belijdt: Wij hebben gezondigd. Hij rekent zich zelf er ook bij, ook hij is een zondaar die vergeving nodig heeft.

Waarom Daniël bidt.

Daniël heeft gelezen dat de Heere tegen Jeremia heeft gezegd dat de Ballingschap 70 jaar zou duren, en die tijd was bijna of geheel voorbij. Het gebed van Daniël is er op gericht of de Heere de zonden van hem en het volk wil vergeven, en terugkeer naar Jeruzalem en het beloofde land mogelijk te maken. Hij belijdt, dat vanwege de zonden en schuld van het volk, de straf van de Ballingschap over hen is gekomen. Het is Daniëls gebed dat de tempel weer herbouwd mag worden zodat de Heere weer gediend mag worden.

Bij hem en het volk vind de Heere geen reden om de Ballingschap te beëindigen. Daniël bidt: Doe het om Uw zelfs wil, o mijn God.

De Heere hoort het gebed en zend twee keer een engel.

Vanaf de eerste dag heeft de Heere het gebed van Daniël gehoord. De Heere heeft gezien hoe Daniël zich verootmoedigd heeft. We kunnen zeggen dat het gebed van Daniël een ootmoedig smeekgebed is geweest. En dat is ook wat de Heere van ons vraagt.

Hij vraagt ons ook om ootmoed, ootmoedigheid en verootmoediging.

Ootmoed heeft te maken met onze gebedshouding. Een ootmoedig mens verwacht het niet van zichzelf, maar weet zich volkomen afhankelijk van de Heere, en is uitsluitend aangewezen op de hulp van de Heere. Zo is het ook bij Daniël.

De Heere vraagt ootmoed en verootmoediging.

In Leviticus 16 kunnen we lezen dat de Heere opdracht geeft over het houden van de Grote Verzoendag. Heel gedetailleerd geeft de Heere aan hoe die dag moet worden gehouden. Dan in vers 29 zegt de Heere: En dit zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende maand, op de tiende van de maand, uw zielen verootmoedigen,

Verootmoedigen houdt in, zo zeggen de kanttekenaren: Ernstige vernedering voor de Heere, met belijden en erkennen van de zonden, bidden, zoals Daniël doet om vergeving van de zonden.

de wereldwijde problemen, en de problemen waar wij in ons land mee te maken hebben, en de wetten die tegen Gods Woord ingaan, lijkt het mij nodig dat ook wij ons voor de Heere verootmoedigen. Dat wij onze zonden en schuld voor Hem belijden en de Heere bidden om vergeving en Zijn hulp bij het herstellen van alles wat door onze zonden is verkeerd gegaan.

Naar overzicht

Geplaatst door:

Ds. W. v.d. Brink

Datum:

22 augustus 2022

Deze website is ontwikkeld in samenwerking met: